Weer thuis!

Onze Gert-Jan ligt eruit…!
Na 6 maanden is voor hem het einde gekomen in het tv spel ‘Een jaar van je leven’.
Hij liet zich door de medekandidaten op de stip zetten, moest een spel spelen en verloor.
We kregen een telefoontje van Talpa dat we hem konden ophalen.
Normaal gesproken doen we er weken over een gezamenlijke data te vinden om allemaal bij elkaar te komen, nu stonden we in een mum van tijd met 6 auto’s vol klaar om naar Lelystad af te reizen.
In een mix van emoties reden we in een kolonne achter elkaar aan.
Opgetogen, teleurgesteld en vol spanning, maar natuurlijk superblij dat we hem straks weer in onze armen kunnen sluiten.

Op social media hadden ze geen goed woord voor hem over. Bizar hoe mensen reageren. Hij werd verguisd om zijn spel, zijn praatjes, het uitdelen van orders, zijn uitgesproken mening en zijn harde kop. En die imperfecte schurk gaan we nu halen.
Wat we zagen was zijn enorme drive en het bloedje fanatieke van hem. Bij elk spel. Hij was zichzelf, hield zich niet in, en die harde kop van hem zit mij al dwars sinds de bevalling.
Maar ook sinds die dag hou ik van hem. Wij allemaal trouwens en we zijn supertrots op hem!

Ondertussen zat ik in de auto te bedenken hoe ik op hem af ging lopen. Vooral wat ik ging zeggen. Ik was als moeder de aangewezen persoon die hem het eerst zou gaan omhelzen. Tja, wat zeg je dan. Ik snap dat jullie dat helemaal niet belangrijk vinden, dat vond de rest ook al niet, maar ik zat ermee.
Steeds als moeders hun ge-elimineerde kinderen kwamen halen en omarmden had ik ze horen zeggen: ‘wat heb je het fantastisch gedaan!’
Niks mis mee en ook Gert-Jan deed het fantastisch, maar dan wil je toch iets anders zeggen. Ik tenminste. Vooral als het op nationale tv is.
Zo’n geweldige korte pakkende one-liner, waar ze het volgend jaar nog over hebben.
‘Mam, doe alsjeblieft normaal’.
‘Denk je nou echt landelijk door te breken met zo’n zin, mam?’
‘Ik weet het mam, je roept gewoon terwijl je op hem afstormt mamalie punt nl, mamalie punt nl.’
‘Aan jullie heb ik ook niks.’

Bij de loods aangekomen staat er al een filmploeg klaar. We stappen uit met ons allen, maar krijgen onmiddellijk instructies om ons vooral stil te houden. Want er zitten mensen van de loods buiten en die mogen ons beslist niet horen. Maar het is al te laat. We horen Babette roepen: Ik hoor de familie van Gert-Jan! (met die leuke zachte g)
Tuurlijk willen we dan iets ontzettend leuks terug schreeuwen maar de filmploeg kijkt ons streng aan en leggen hun vinger op de mond: sssssst.
Wij doen uiteraard netjes wat er van ons gevraagd word, maar met zoveel kinderen erbij is het natuurlijk niet echt stil.
Helaas, de kinderen moeten allemaal in de auto blijven zitten. Gedoe met inspectie willen ze niet en zelfs de ramen van de auto mogen niet open zodat ze kunnen meegenieten en/of zwaaien. Er mag zelfs geen kinderhandje op de camera.

‘Waar is Gert-Jan nu?’ vraag ik.
‘Hij is al uit de loods. En zit nu in de regiekamer. Het moet voor hem ook een verrassing zijn dat jullie er zijn. En met zoveel. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt.’
Primeurtje dus.
‘U bent de moeder, begrijp ik. Dan heb ik voor u hier een microfoon, die doe ik vast op.’
En ik krijg de microfoon op mijn jas.
‘Staat-ie al aan?’
‘Jazeker.’
Dit vind ik al eng. Heb ik nog niks gezegd.
Of we het aan komen rijden met de auto’s nog een keer willen overdoen.
Ik weet eigenlijk niet of ze dat vragen omdat het niet goed was opgenomen of dat ze even van ons af willen.
We moeten het 3 keer overdoen. Terug naar de rotonde een eindje verderop en dan achter elkaar weer aan komen rijden. We doen ons best. En uiteindelijk is het goed.
Dan moeten we een stuk verderop parkeren zodat Gert-Jan niet direkt alle auto’s ziet.
Nog steeds weet ik ook geen goede zin. Maar oefen wel alvast mijn loopje naar hem toe.
‘Wat ben je toch stil,’ zegt Brom.
Ik wijs naar de microfoon op mijn jas.
‘Ik ga vragen of ze ‘m willen laten zitten!’ knikt Brom naar mij.

Dan. Eindelijk. Gaat die poort open.
Daar komt hij. Onze zoon. Wat is hij afgevallen en wat staat hij daar prachtig!
Wat ben ik trots op hem en ongelooflijk blij om hem te zien!
Ik ren op hem af, omhels hem, kus hem en pak hem vast om hem nooit meer te willen loslaten. Wat een moment!
Iedereen komt hem blij en uitbundig begroeten. We kussen en knuffelen wat af.

We gaan met de hele stoet naar de dichtsbijzijnde MacDonalds.
Alles en iedereen praat door elkaar. Hij heeft het afgelopen halfjaar niks van de buitenwereld meegekregen. Helemaal niks.
De zwangere buik van zijn jongste zusje heeft hij bij het omhelzen al heel enthousiast bemerkt.
Maar daar in de Mac hoort hij van een andere, nog ‘onzichtbare’ zwangerschap.
Van schoonzus en broer, want Lynn en Sjoerd verwachten hun 2e kindje!
Wat een nieuwtjes, wat een vreugde.
Ik moet steeds naar hem kijken.
Het is zo anders om hem te zien.
Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn.
Er is ingebroken in zijn huis. Alle kostbare spullen zijn weg.
Daarna is er brand geweest. Foto’s en andere dierbare papieren door het water vernield. Hij kan niet terug naar zijn huis. Zijn overgebleven bezittingen liggen opgeslagen.
Alles wat hij nu nog heeft, zit in zijn koffer.

Dat is nog niet eens het belabberdste nieuws.
Een goede vriend van hem – en van ons allemaal – is overleden.
In november al, op 42 jarige leeftijd.
Hij schrikt enorm. Legt zijn hoofd in zijn handen.
Veel erger dan mijn huis, schudkopt hij.
Ja jongen. Een heel harde klap.
Ik vraag me af hoe zoveel nieuws tegelijk, op je af komt.
Wat gaat er om in zijn hoofd.
Ik heb geen idee.
Nee.
Onnozel als ik ben. Wilde ik zo graag een spraakmakend debuut op tv…
Ik weet niet eens meer Wat ik zei toen ik op Gert-Jan afstormde…
Weet zelfs niet meer Of ik iets zei.
Ongeschikt. En áls ik iets zei hoop ik niet dat ’t ondertiteld wordt.

Maar nu kunnen we praten. En dat doen we. Honderduit.

Zonder camera en microfoon.

Er komen vrienden, familie, buren, de krant, de radio en zoveel meer.
Ongelooflijk leuk allemaal.
Geen miljoen, dat niet.
Maar dat kan hem allemaal niet schelen.
Het schokkende nieuws van onze vriend Daniel grijpt hem aan.
Ook de aardbeving.
Wat gebeurt er toch veel in een paar maanden tijd.
Dat zal altijd wel zo zijn, maar alle nieuws op een kluitje is wel heel erg veel.
We zijn weer bij elkaar.
Hij is thuis. Nou ja, niet in zijn eigen huis; maar hier bij ons.
Wachten op een nieuwe woonplek.
Wat een avontuur voor Gert-Jan.
Het werd geen jaar van je leven, maar een half jaar.
Hij gaat weer verder in deze wereld en wij ook.
Of zoals mijn zus zei: we kunnen weer gewoon eten zonder tv.

Aal